afranselen
afranselen - Werkwoord 1. (ov) mishandelen door middel van het toedienen van slaag ♢ Hé, hou op met het afranselen van die jongen, anders bel ik de politie! Woordherkomst samenstelling van af(bijwoord) en ranselen(werkwoord)
Wiktionary (2019)
afranselen - Werkwoord 1. (ov) mishandelen door middel van het toedienen van slaag ♢ Hé, hou op met het afranselen van die jongen, anders bel ik de politie! Woordherkomst samenstelling van af(bijwoord) en ranselen(werkwoord)
Muiswerk Educatief (2017)
afranselen - regelmatig werkwoord uitspraak: af-ran-se-len 1. heel hard slaan ♢ de gijzelaar werd afgeranseld Regelmatig werkwoord: af-ran-se-len ik ransel af (... ik afransel) ji...
Fa. A.J. Osinga (1952)
v., omseamje, ôfbruije, ôfsoalje, ôfstrike, ôfturvje, ôftakelje, ôfpochelje, birêdde, roffelje, huffe, (ôf)tichelje, (ôf)touwe, rinkelje (en kinkelje); iem. —, immen strips jaen, op ’e lea komme, de rêch mjitte, troch de hannen gean litte, op syn harnas jaen, de r...
Van Dale Uitgevers (1950)
(ranselde af, heeft afgeranseld), iem. afranselen, hem een duchtig pak slaag geven; ook fig.
Jozef Verschueren (1930)
('af) (ranselde af, heeft afgeranseld) duchtig afslaan : iemand eens dapper –. Syn. →: afkloppen.
J.H. van Dale (1898)
AFRANSELEN, (ranselde af, heeft afgeranseld), iem. afranselen, hem een duchtig pak slaag geven; (ook fig.). AFRANSELING, v. (-en).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: