Wat is de betekenis van Afkunnen?

afkunnen - Werkwoord Woordherkomst samenstelling van af en kunnen Uitdrukkingen en gezegden ♦ dat kan er niet af dat is te duur

v., ôfkinne; iets —, eat neikomme kinne; het alleen —, jin rêdde kinne.

(kon af, heeft afgekund), kunnen afdoen, afmaken, voltooien : iets wel afkunnen ; iets alleen niet afkunnen; — het best afkunnen, niemands hulp nodig hebben, ook: het niet druk hebben; — [geen samenst. is: de ring kon niet van de vinger af; dat werk kan vandaag nog af; hij kon de trap niet af; dat kan er niet af.

onr. w.w., kan af, konde (kon) af, heeft afgekund; 1. kunnen af doen, af maken: het alleen afkunnen; 2. kunnen afgedaan worden inz. van sieraden, kledingstukken enz.: kan die mantel niet af? nog: zegsw. ergens niet meer van afkunnen, a) tot iets gehouden zijn, b) verplicht zijn met iem. om te gaan, enz.

('af) (kan, kunnen af; kon en konde af, konden af; heeft afgekund) (is alleen samengesteld wkw. in één betekenis nl.) kunnen afdoen : zijn taak niet -; het best alleen -.

...

AFKUNNEN, (konde of kon af, heeft afgekund), kunnen afdoen of afmaken : iets wel afkunnen; iets alleen niet af kunnen; — het best af kunnen, niemands hulp noodig hebben; — afgedaan kunnen worden : de ring kon niet van den vinger af; — voltooid kunnen worden: dat werk kan vandaag nog af.

...