Wat is de betekenis van afhouwen?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afhouwen

afhouwen - Werkwoord 1. (ov) door houwen iets afscheiden Met een slag van zijn zwaard hieuw hij zijn tegenstander de kop af. Woordherkomst samenstelling van af(bijwoord) en houwen(werkwoord)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afhouwen

1.(hieuw af, heeft afgehouwen), met een krachtige slag, houw, scheiden: iem. het hoofd afhouwen; (zware takken) van een boom hakken; — (bomen) vellen; 2. (een slachtbeest) klein houwen, afhakken; 3. (van beelden en gehouwen stenen) ze met de beitel afwerken, afmaken.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afhouwen

hieuw af, heeft afgehouwen, met een houw afscheiden: een tak afhouwen.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afhouwen

('af) (hieuw af, heeft afgehouwen) 1. door houwen afscheiden : iemand het hoofd -; takken van een boom -. 2. door houwen vellen : bomen -. Syn. ➝ afhakken. 3. houwend afwerken : beelden -. afhouwer m. (-s). afhouwing v. (-en).

2024-04-26
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Afhouwen

I. In eigenlijken zin beteekent het iets door de scherpte van eenig instrument van het geheel afzonderen. Het komt in den eenvoudigsten zin voor bij levenlooze voorwerpen b.v. van een boom (Job 14 : 7), van doornen (Jes. 33 : 12), maar het komt ook voor van menschen. Bij de Joden was evengoed als bij de Heidenen een gewoonte om de hoofden van overw...

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Afhouwen

af'houwen (hieuw af, heeft afgehouwen), met een krachtige slag, houw, scheiden.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Afhouwen

zie Afhakken.