Wat is de betekenis van Afgescheidenheid?

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afgescheidenheid

v., l. (bijb.) de plaats der afgescheidenheid, gehenna, de hel; 2. (ouderwetse kerktaal) staat der afgescheidenheid, de staat waarin de ziel van een afgestorvene verkeert: (oneig.) geestverrukking.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Afgescheidenheid

AFGESCHEIDENHEID, v. (w. g.) de plaats der afgescheidenheid, gehenna, de hel; — (bijb.) geestverrukking; — (ouderwetsche kerktaal) staat der afgescheidenheid, de staat waarin de ziel van een afgestorvene verkeert.