Wat is de betekenis van Afgepeigerd?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

afgepeigerd

(1928) (Barg.) moe; uitgeput. Het Jiddische woord “peiger” betekent: dood. Er bestaat ook een werkwoord “zich afpeigeren” (zich aftobben). “Peigeren” is in het Bargoens een nogal grof woord voor: sterven. Syn.: afgedraaid*; afgeknoedeld*. • ‘Afgepeigerd,’ zei de soldaat. (Libertinage. Jaargang 6....

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afgepeigerd

afgepeigerd - Bijvoeglijk naamwoord 1. (informeel) uitgeput, afgemat, dodelijk vermoeid afgepeigerd - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van afpeigeren Woordherkomst Voltooid deelwoord van afpeigeren Synoniemen afgedraaid

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

afgepeigerd

afgepeigerd - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: af-ge-pei-gerd 1. aan het eind van je krachten, heel erg moe ♢ ik ben afgepeigerd als ik twee kilometer hardloop Bijvoeglijk naamwoord: af-ge-pei-gerd de/het afgepeigerd...

2024-04-26
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Afgepeigerd

dood; in figuurlijke zin ook ‘oververmoeid, uitgeput’. Het Jiddische woord peiger bet. ‘dood’. Er bestaat ook een werkwoord zich afpeigeren ‘zich aftobben’. Peigeren is in het Bargoens een nogal grof woord voor ‘sterven’. Zie ook het afpeigeren. ‘Daar zitten we maar weer wat knus samen,’ zei hij. ‘Afgepeigerd en een beetje droevig’. (Jan Wolkers: D...

2024-04-26
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Afgepeigerd

doodop; alleen in de Nederlandse volkstaal; zie peigeren.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)