afgedraaid
1. (1847, vero.) erg; verschrikkelijk. Syn.: afgedonderd*; afgedokterd*. • Vindt gij dat zoo mooi? Ik vind het afgedraaid lastig. (P. van Limburg Brouwer: Het leesgezelschap te Diepenbeek. 1847) • Hoe afgedraaid snood! (G. van de Linde: Gedichten van den Schoolmeester. 1859) 2. (1933) (inf.) doodmoe; uitgeput. Misschien een zinsp...