affirmatief
Het begrip affirmatief heeft 3 verschillende betekenissen: 1) bevestigend. aangevend het ergens mee eens te zijn; bevestigend; bekrachtigend. 2) akkoord. akkoord; begrepen; gedaan. Als uitroep van bevestiging. 3) bevestiging.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip affirmatief heeft 3 verschillende betekenissen: 1) bevestigend. aangevend het ergens mee eens te zijn; bevestigend; bekrachtigend. 2) akkoord. akkoord; begrepen; gedaan. Als uitroep van bevestiging. 3) bevestiging.
Marc De Coster (2020-2024)
(1980) (Vlaanderen, politie) radiocode voor 'ja', ter bevestiging van iets. Wellicht overgewaaid uit Engeland, waar de RAF sedert ca. 1955 in haar radiogesprekken veelvuldig gebruik maakt van de termen “affirmative” en “negative” voor ja en neen. • 'Okay, eerste wachtmeester. Nog iets. Aan wie moet gij no...
Wiktionary (2019)
affirmatief - Bijvoeglijk naamwoord 1. bevestigend, bekrachtigend Woordherkomst afgeleid van affirmatie met het achtervoegsel -ief afgeleid van het Franse affirmatif of het Latijnse 'affirmativus'
Marc De Coster (2017)
Affirmatief - ja; codewoord gebruikt ter bevestiging. Voor het eerst in deze zin gebruikt door RAF-piloten. Daarna vrij snel ook in politiejargon doorgedrongen.
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
stellig bevestigend Labille was vorige week erg affirmatief dat het loon van Thijs - en ook dat van de nieuwe topman van Belgacom - niet meer dan 650.000 euro zal bedragen. (Het Nieuwsblad) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 3 Vlaamsheid: 5
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: