Wat is de betekenis van afduwen?

afduwen - Werkwoord Woordherkomst samenstelling van af en duwen Synoniemen afzetten

afduwen - regelmatig werkwoord uitspraak: af-du-wen 1. door duwen van iets verwijderen ♢ als jij de roeiboot een stukje afduwt, dan kunnen we wegvaren Regelmatig werkwoord: af-du-wen ik duw af (... ik afduw)...

(ov ww; duwde af; h. afgeduwd) - door duwen van iets of iem. verwijde ren, bv. door bij een koppelwedstrijd de aflossende ploegmaat een duwtje te geven. • Een overtreding tijdens een wedstrijd is bv.: afduwen (zich aftrekken) of kort vasthouden (aanleunen) aan een motorvoertuig. (KNWUR) → aftrekken

v., ôftriuwe, -skouwe.

(duwde af, heeft afgeduwd), door duwen van iets verwijderen: iem. van het venster af duwen ; de roeiboot af duwen, van de kant duwen; zij hadden reeds afgeduwd (nl. de schuit), waren afgevaren.

wielrenterm, speciaal bij zesdaagsche wedstrijden in gebruik. Wanneer de koppelgenoot in de baan komt om den strijd van zijn makker over te nemen, doet hij dit, door, langs hem rijdend, dezen af te duwen. Eerst na dezen duw is de aflosser reglementair in den strijd. In 1932 heeft een Amerikaansche jury dit afduwen, als te veel den aflosser helpend,...

(duwde af, heeft afgeduwd) door duwen verwijderen : iemand van het venster -; een schuit (van de kant) -.

af'duwen (duwde af, heeft afgeduwd), door duwen van iets verwijderen: iemand van het venster de roeiboot afduwen, van de kant duwen.

...