Wat is de betekenis van afblaffen?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afblaffen

afblaffen - Werkwoord 1. (ov) door bejegening met ruwe woorden van zich afschrikken Hij had me niet moeten afblaffen dat is belachelijk, wat er dan ook is gebeurd, je hebt dat niet op anderen af te reageren. Woordherkomst samenstelling van af(bijwoord) en blaffen(werkwoord) Sy...

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afblaffen

(blafte af, heeft afgeblaft), afsnauwen, te keer gaan tegen.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

afblaffen

afblaffen - af'blaffen (blafte af, heeft afgeblaft), afsnauwen, afbekken.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)