Wat is de betekenis van Afbidden?

afbidden - Werkwoord 1. (ov) door bidden of smeken verkrijgen ♢ Heel zijn veldtocht, met een leger waarvoor hij van de berooide Staten subsidies afbad,[...], werd besteed aan het ontzet van Kamerijk, waarbij Frankrijk nochtans meer rechtstreeks belang had dan de Nederlanden;. 2. door bidden...

(bad af, heeft afgebeden), 1. iets (kwaads) door bidden afwenden of trachten af te wenden : de toorn des hemels, de gramschap der goden, een ramp afbidden; 2. iets (goeds) door bidden van iem. verwerven: een moeder die het afgebeden wicht aan ’t harte drukt (Helmers); 3. ten einde bidden: zijn rozenkrans afbidden.

bad af, heeft afgebeden; 1. door bidden verkrijgen; een afgebeden kind; 2. door bidden trachten af te wenden; de toorn van Jehova afbidden; 3. ten einde bidden: de voorgeschreven gebeden afbidden.

('av) (bad af, heeft afgebeden) 1. door bidden afwenden of trachten af te wenden : om de toorn des hemels af te bidden. 2. door bidden verkrijgen : een gunst -. Syn. ➝ afbedelen. 3. ten einde bidden : zijn rozenkrans -. afbidding v. (-en).

afbidden - af'bidden (bad af, heeft afgebeden), 1. iets (kwaads) door bidden trachten af te wenden: toorn van de goden, een ramp 2. iets (goeds) door bidden van iemand verwerven; 3. ten einde bidden: zijn rozenkrans —.

AFBIDDEN (bad af, heeft afgebeden), iets (kwaads) door bidden afwenden of trachten af te wenden : den toorn des hemels, de gramschap der goden, eene ramp afbidden; — iets (goeds) door bidden van iem. verwerven; — zij drukte het afgebeden wicht aan ’t harte, het innig geliefde kind; — ten einde bidden : zijn rozenkrans af b...