Wat is de betekenis van afbellen?

...

(belde af, heeft afgebeld), 1. personen welke boven zijn, doen afkomen door te bellen; 2. door bellen het sein van vertrekken geven (b.v. bij trams of stoomboten); 3. door bellen te kennen geven, dat iets, inz. een telefonisch gesprek, is afgelopen; 4. telefonisch afzeggen.

afbellen - Werkwoord 1. (ov) telefonisch afzeggen 2. (ov) telefonisch benaderen ♢ Toen de Spaanse politicus werd gearresteerd, moest hij veel vriendjes afbellen voordat hij weer werd vrijgelaten Woordherkomst samenstelling van af en bellen

Afbellen - door bellen het eindigen van de wedstrijd aankondigen.

afbellen: bij het baanwielrennen door middel van de bel op de piste meedelen dat de wedstrijd om een of andere reden (een valpartij bijvoorbeeld) wordt stopgezet.

Door bellen het eindigen van de wedstrijd aankondigen.

(ov ww; belde af; h. afgebeld) - door bellen aangeven dat een wedstrijd gestaakt wordt. • De starter geeft het vertreksein reglementair met één van de volgende mogelijkheden of attributen: een startpistool, een fluitsignaal, een teken met een vlag of het luiden van een bel. Een valse start wordt aangegeven door een dubbel startsignaal, eventueel ge...

belde af, heeft afgebeld, met de bel het signaal geven van vertrek, dat het gesprek per telefoon is afgelopen, dat de tram moet stilhouden, dat iem. naar beneden moet komen enz.): iem. afbellen; Z.-N. nog: omroepen.

bij wielrenwedstrijden beteekent, dat de renners bij het luiden van de bel den strijd moeten staken. Het a. geschiedt aan het eind van den strijd, en wanneer eenig ongeval, aan renner of materiaal overkomen, dit noodig maakt.