Wat is de betekenis van afbedelen?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afbedelen

afbedelen - Werkwoord 1. (ov) door te bedelen verkrijgen Woordherkomst Samenstelling van af en bedelen|bédelen

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Afbedelen

v., ôfbiddelje, ôfskoaije, ôfgiggelje; vleiend —, ôftok(kel)je.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afbedelen

(bedelde af, heeft afgebedeld), 1. bedelende, op vernederende wijze verkrijgen, nederig om iets verzoeken, afsmeken: een gunst, een geschenk afbedelen; 2. bedelende aflopen: hij heeft het gehele land om werk afgebedeld. AFBEDELING, v.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afbedelen

('av) (bedelde af, heeft afgebedeld) 1. door bedelen verkrijgen : een gunst -. Syn. afbidden, afsmeken. 2. bedelend aflopen : de hele stad -.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

afbedelen

afbedelen - af'bedelen (bedelde af, heeft afgebedeld), 1. op vernederende wijze verkrijgen van; nederig verzoeken, afsmeken: een gunst, een geschenk —; 2. bedelend aflopen: hij heeft het gehele land om werk afgebedeld.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Afbedelen

AFBEDELEN (bedelde af, heeft afgebedeld), bedelende, op vernederende wijze iets verkrijgen, nederig om iets verzoeken, afsmeeken : eene gunst, een geschenk afbedelen; — hij heeft het geheele land om werk afgebedeld, bedelende afgeloopen; — die luiaard bedelt alle straten der stad af, vraagt huis aan huis om eene aalmoes. AFBEDELING, v.