Wat is de betekenis van AESGO?

2025-07-16
NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Aesgo

AESGO, een leekebroeder in de friesche abdij Lidlum, schilderde daar tusschen 1386 en 1422 de tafel van het hoogaltaar. Zie: Kramm, Suppl. in voce. Moes

2025-07-16
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Aesgo

1) geb. teWinsurn in Friesland, pastoor en deken aldaar, werd 1584 de negentiende abt van het klooster te Lidlum, was een zedig, vroom en deugdzaam man; gest. 2 Nov. 1586. - 2) geb. te Sexbierum, priester en pastoor te Oosterbieriim, werd 1471, na den dood van Rofridus Roorda, de zes-en-twintigste abt van het klooster te Lidlum; werd daar door de R...

2025-07-16
Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

AESGO

was de naam, dien men, in Friesland, gaf aan een Perzoon, die, nevens den Graaf, de gewichtigste handelingen waarnam, en als deszelfs Adjunct of mederechter moet worden aangemerkt. Hij werd door het volk gekoozen, en door den Koning in zijn ampt beëdigd en bevestigd. Volgens de Friesche Landrechten, moesten zij oordeelen in Civil...