Wat is de betekenis van AEGIS?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aegis

(Gr.), v., schild met Medusahoofd als attribuut van Athene; (fig.) bescherming : onder aegide van.

2025-07-16
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Aegis

(aegide) schild; bescherming

2025-07-16
XYZ van de Grieks-Romeinse Oudheid

Jos Liefrink (1989)

Aegis

Aegis - zie Aigis.

2025-07-16
Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

AEGIS

Aegis (αιγις), attribuut van Zeus, de godin Athene en, zelden, van Apollo. Men neemt aan, dat de aegis oorspronkelijk werd opgevat als de donderwolk van de oppergod, maar later in de verbeelding de vorm van een geitevel aannam ten gevolge van een volksetymologische associatie van καταιγίς (windvlaag) met αιξ (geit). Er bestaat ongetwi...

2025-07-16
Archeologische Encyclopedie

H. Arends (1962)

Aegis

Geitevel, gedragen door Zeus en Athena, met het apotropaeische* Gorgoneion*. Symbool van de goddelijke macht.

2025-07-16
Mythologische Encyclopedie

Dr. A. van Anken (1961)

AEGIS

(Gr. Aigis), oorspronkelijk genoemd als het schrikwekkende wapen van Zeus, doch ook, en later vrijwel uitsluitend, het attribuut van Zeus’ dochter Athena. Het werd gedacht als een soort mantel van geitevel, met slangen omzoomd en met schubben overdekt, in het midden voorzien van de Gorgokop. De aegis kon ook dienst doen als schild.ICONOGRAFIE...

2025-07-16
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Aegis

schild van Athene met Medusahoofd; fig. bescherming (onder aegide van).

2025-07-16
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Aegis

aegis; fig schild, schut, bescherming, auspiciën.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Aegis

ĭdis f., de aegis, volgens de Homerische sage het schild van Zeus, volgens de latere sage het schild of het schubbige, met het Medusahoofd in het midden en slangen aan de rand versierde pantser van Minerva; poët. overdr., schild, beschutting.