Wat is de betekenis van achteruitgang?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

achteruitgang

<u>ach</u>teruitgang - Zelfstandignaamwoord 1. uitgang aan de achterzijde. De bezoekers van het brandende café wisten via de achteruitgang te ontsnappen Woordherkomst samenstelling van achter en uitgang Antoniemen 1. vooruitgang 2. vooruitgang, progressie V...

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

achteruitgang

achteruitgang - zelfstandig naamwoord uitspraak: ach-ter-uit-gang 1. het slechter, minder gunstig, goed of prettig worden ♢ jij ziet alleen maar achteruitgang in dit land Zelfstandig naamwoord: ach-ter-uit-gang de ac...

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Achteruitgang

s., efterútgong, nederklits, nearklits, delgong, tobekgong; tijd van —, delgeande, ôfgeande tiid.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Achteruitgang

I. m., het achteruitgaan in de bet. 1. of 2., het komen in ongunstiger toestand; het verminderen of afnemen in welvaart, aanzien, bloei, gezondheid, geestelijke vermogens, kracht, hoeveelheid enz. II. v. (-en), uitgang aan de .achterzijde, achterdeur.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

achteruitgang

m. het achteruitgaan (inz. in bet. 2): vermindering in gezondheid, welvaart enz.

2024-04-27
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Achteruitgang

in grootte van gletsjers, zie Gletsjers.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

achteruitgang

m. (-en) 1. ('achtər) uitgang aan de achterzijde. 2. (achtər'uit) m. het achteruitgaan.