achterhuis
...
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip achterhuis heeft 2 verschillende betekenissen: 1) woning(deel) achter een huis. huis of aanbouw van vertrekken, opgetrokken achter een veelal groter voorhuis en slechts van hieruit via een gang of binnenplaatsje dan wel vanuit een minder belangrijke straat bereikbaar. 2) achteraan aangebouwde werkruimte. bedrijfsruimte of...
Marc De Coster (2020-2024)
(1974) (Gent, inf.) aarsgat. Syn.: achterdoos*. • (L. Lievevrouw-Coopman: Gents Woordenboek. 1974)
Wiktionary (2019)
achterhuis - Zelfstandignaamwoord 1. (bouwkunde) een bouwsel dat achter een huis wordt gebouwd en daar ook mee in verbinding staat ♢ Het achterhuis werd afgebroken. Woordherkomst samenstelling van achter en huis
Muiswerk Educatief (2017)
achterhuis - zelfstandig naamwoord uitspraak: ach-ter-huis 1. achterste deel van een huis, dat niet aan de straat ligt ♢ in het achterhuis hebben wij een bijkeuken Zelfstandig naamwoord: ach-ter-huis het achterhuis...
NVDO (2016)
Een achterhuis is een bedrijfsruimte van de boerderij waarin zich deel, stallen, spoelhoek e.d. bevinden.
J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)
Achterhuis, Prinsengracht 263. Het onderduikadres van Anne Frank* bestond uit de twee bovenste verdiepingen en de zolder van het achterhuis. De familie Frank, bestaande uit Otto Frank, Edith Frank-Holländer, Margot en Anne, woonde vanaf 1934 aan het Merwedeplein, de buurt waar Anne op de Montessorischool ging. Op 6 juli 1942 trok de familie Frank,...
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (...zen), 1. achterste deel van een huis; 2. schuur of werkplaats e.d. achter het huis aangebouwd; 3. (Zuidn.) huis niet aan de straat, maar achter andere huizen staande.
M. J. Koenen's (1937)
o. -huizen, achterste deel v. e. huis; achter aan het hoofdgebouw aangebouwd huis, werkplaats enz.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: