Wat is de betekenis van achtergaan?

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Achtergaan

(ging achter, heeft en is achtergegaan), 1. (van of met betr. tot uurwerken) een vroeger tijdstip aanwijzen, te langzaam gaan of lopen; 2. (Zuidn.) naar achteren gaan, zijn gevoeg doen.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

achtergaan

zie achter.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

achtergaan

('achtər) (ging achter, heeft achtergegaan) te langzaam gaan : mijn horloge gaat een kwartier achter. Syn. achterlopen.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

achtergaan

achtergaan - ach'tergaan (ging achter, heeft en is achtergegaan), (van of met betrekking tot uurwerken) een vroeger tijdstip aanwijzen, te langzaam gaan of lopen.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Achtergaan

ACHTERGAAN. (het ging achter, heeft achtergegaan), (van uurwerken) te langzaam gaan of loopen; een vroeger tijdstip aan wijzen (b. v. door stilstaan).