Wat is de betekenis van achterbaks?

achterbaks - Bijvoeglijk naamwoord 1. stiekem, stom ♢ Wat een achterbakse streek! Woordherkomst Samenstellende afleiding van achter, het verouderde bak met het achtervoegsel -s (verg. bakboord)

achterbaks - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ach-ter-baks 1. niet eerlijk, niet te vertrouwen ♢ die jongen gedraagt zich achterbaks Bijvoeglijk naamwoord: ach-ter-baks ... is achterbakser dan ... ...

Hoe is het woord achterbaks ontstaan? a Het Middelnederlandse bac betekende ‘rug’; als je iets stiekem deed, deed je dat achter de rug van anderen om. b Het is een verbastering uit de scheepvaart: deed je iets ‘achter het bakzeil’, dan kon de kapitein het niet zien. c Bakkes is het oude woord voor ‘gezi...

adv., efterbaks, -beks.

...

I. bw., achter de rug; in iemands afwezigheid, buiten zijn weten, buiten hem om; — iets achterbaks houden, het verborgen houden, terughouden; zich achterbaks houden, zich schuilhouden, zich niet vertonen uit vrees of schaamte; II. bn., achter iem. rug, buiten zijn weten gedaan wordende: achterbakse briefwisseling.

bn., bw. vero. bak = rug; letterl. achter de rug: verborgen, geheim; buiten iems. weten): iets achterbaks houden; zich achterbaks houden, zich schuilhouden; een achterbakse briefwisseling.

(achtər’ baks) bn. en bw. [Mndl. bac, rug)] 1. buiten iemands weten (geschiedend) : handelen. 2. verborgen, geheim : -e oogmerken; iets, zich houden; een -e briefwisseling.

mnl. achterbakes; heimelijk, achter iemands rug, achterhoudend, terughoudend. Van achter en bak (= rug), dat wij ook terugvinden in bakboord, en in ’t eng. back (= terug).