Wat is de betekenis van achteloosheid?

2024-12-04
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-12-04
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

achteloosheid

achteloosheid - Zelfstandignaamwoord 1. gebrek aan aandacht voor mogelijke problemen Woordherkomst Afgeleid van achteloos met het achtervoegsel -heid. Antoniemen zorgzaamheid

2024-12-04
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Achteloosheid

s., achteleazens, achteleasheit, ûnachtsumens, sloffens, sleauwens, sleauwichheit, wa(e)rleazens.

2024-12-04
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Achteloosheid

v., 1. onoplettendheid, gebrek aan behoorlijke zorg; 2. (...heden) achteloze handeling.

2024-12-04
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

achteloosheid

v. -heden het achteloos zijn; een achteloze daad: verregaande achteloosheid.

2024-12-04
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

achteloosheid

('lo:s) v. (...heden) 1. Eig. het achteloos zijn. 2. Metn. achteloze handeling.

2024-12-04
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

achteloosheid

achteloosheid - achteloos'heid, v: 1. onoplettendheid, gebrek aan behoorlijke zorg; 2. (-heden) achteloze handeling.

2024-12-04
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Achteloosheid

ACHTELOOSHEID, v. onoplettendheid, gebrek aan behoorlijke zorg; — (...heden), eene achtelooze handeling.