Wat is de betekenis van absurditeit?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

absurditeit

absurditeit - Zelfstandignaamwoord 1. dwaasheid * ongerijmdheid Woordherkomst afgeleid van absurd met het achtervoegsel -iteit Antoniemen normaliteit

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Absurditeit

dwaasheid; ongerijmdheid

2024-04-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

absurditeit

dwaasheid.

2024-04-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Absurditeit

ongerijmdheid, onzin, abuis, o., vergissing

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Absurditeit

v. (-en), ongerijmdheid, dwaasheid (abstr. en concr.).

2024-04-27
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

absurditeit

v. ongerijmdheid, onzin, zotheid.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

absurditeit

v. -en, (Fr.)[Lat. absurditas]: ongerijmdheid, dwaasheid.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

absurditeit

(di'teit) v. (-en) ongerijmdheid, dwaasheid, zotheid.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

absurditeit

absurditeit', v. (-en), ongerijmdheid, dwaasheid.