Wat is de betekenis van aardbeiboom?

m. (...bomen), 1. altijdgroene sierplant met witte en rode bloemen (Arbutus unedo), uit Z.-Europa afkomstig en scharlakenrode eetbare bessen dragend, die op kleine aardbeien gelijken; 2. uit N.-Amerika afkomstige sierheester waarvan de bladeren en bloemen naar aardbeien rieken (Calycanthus praecox), ook specerijstruik genoemd.

aardbeiboom - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) Arbutus unedo De aardbeiboom is een 1,5-3 m hoge struik of zelden een tot 12 m hoge boom met een matgrijze, gegroefde stam uit de heifamilie Ericaceae. Woordherkomst samenstelling van aardbei en boom Synoniemen aardbeienboom

(Arbutus Unedo), van de fam. der Fricaceeen, is een grote struik uit Zuid-Europa en Ierland, met mooie ovale, altijd groene bladeren, trossen van witte of rosé vijftallige bloemen en grote rode vruchten, die wel wat op aardbeien gelijken. Hij wordt ook gekweekt.

m. (...bomen) altijd groene heester uit het Middellandse-Zeegebied, met vruchten die aan de aardbei herinneren (Arbutus unedo) : de wordt bij ons als sierplant aangekweekt.

Aardbeiboom - een in het gebied van de Middellandsche Zee veel voorkomende lage, altijdgroene boom, Arbutus Unedo, fam. Ericaceae, waarvan de vruchten veel op aardbeien gelijken. De boom is een typisch bestanddeel van de Macchia.

aardbeiboom - m. (-bomen), altijd groene sierplant met witte en rode bloemen (arbutus unedo), uit Zuid-Europa. zie Arbutus.

specerijstruik, Calycanthus floridus L., fam. Calycanthaceae, sierstruik uit N.-Amerika, met kortgesteelde donkerbruine bloemen, die, evenals de geheele plant, een aromatischen geur verspreiden. Zie ook Arbutus.