Wat is de betekenis van aanzwellen?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanzwellen

aanzwellen - Werkwoord 1. ergatief toenemen in omvang, luidheid of intensiteit De orkaan was inmiddels aangezwollen tot categorie 3. Woordherkomst samenstelling van aan en zwellen

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

aanzwellen

aanzwellen - onregelmatig werkwoord uitspraak: aan-zwel-len 1. sterker worden ♢ de wind zwol aan tot een orkaan 2. langzaam luider worden ♢ de muziek zwol aan Onregelmatig werkwoord...

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanzwellen

(zwol aan, is aangezwollen), meer en meer zwellen, op-, uitzetten; — (fig.) groeien tot, in omvang of sterkte toenemen: de wind zwol tot een orkaan aan; — (van tonen) langzamerhand sterker worden.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aanzwellen

zwol -, i. -gezwollen (meer en meer zwellen, minder sterk dan opzwellen): de tonen kunnen -, de vloed kan -.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aanzwellen

('a:n) (zwol, zwollen aan; is aangezwollen) 1. Eig bij toeneming zwellen: de aanaezwollen vloed 2. Metf. langzaam in kracht toenemen: tonen kunnen -.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aanzwellen

aanzwellen - (zwol aan, is aangezwollen), meer en meer zwellen, op-, uitzetten; (fig.) groeien tot, in omvang of sterkte toenemen: de wind zwol tot een orkaan aan; (van tonen) langzamerhand sterker worden.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Aanzwellen

AANZWELLEN, (zwol aan, is aangezwollen), meer en meer zwellen, doch minder sterk dan opzwellen; — (fig.) de wind zwol tot een orkaan aan, werd een orkaan. AANZWELLEND, bn. (muz.) crescendo. AANZWELLING, v. (-en).