Wat is de betekenis van aanwinst?

aanwinst - Zelfstandignaamwoord 1. iets nieuws dat erbij komt ♢ De nieuwe schilderijen van Rembrandt waren een hele aanwinst voor het Rijksmuseum. 2. wat aangewonnen wordt of is Woordherkomst Naamwoord van handeling van aanwinnen met het achtervoegsel -st

aanwinst - zelfstandig naamwoord uitspraak: aan-winst 1. wat je erbij gekregen hebt ♢ mijn nieuwste aanwinst is een motor Zelfstandig naamwoord: aan-winst de aanwinst de aanwinsten...

s., oanwinst, foarútgong.

...

v. (-en), 1. het aanwinnen, het als nieuw eigendom verkrijgen: de verwerving van dit stuk is een mooie aanwinst voor het museum ; 2. het aangewonnene : lijst der aanwinsten van het penningkabinet; 3. (waterb.) verhoging van het strand door uit zee aangevoerd zand; zeewaartse verbreding van een duin.

v. -en (1 het aanwinnen; 2 het aangewonnene): 1 een - van leden; 2 de belangrijke —en van de bibliotheek.

('a:n) v. (-en) 1. Eig. het aanwinnen: van leden 2. Metn. het aangewonnene: dat is een belangrijke -. Syn. baat, gewin, nut, voordeel, winst. Tgst. → afbreuk.

aanwinst - v. (-en), 1. het aanwinnen, het als nieuw eigendom verkrijgen: de verwerving van dit stuk is een mooie voor het museum; 2. het aangewonnene: lijst der aanwinsten van het penningkabinet.

...