Aanwaggelen
(waggelde aan, is aangewaggeld), waggelend naderen.
M. J. Koenen's (1937)
waggelde i. -gewaggeld (waggelend naderen): de dronkaard kwam -. aanwakkeren, wakkerde -, h. (1), i. (2) -gewakkerd (1 sterker doen worden; aansporen, opwekken; 2 sterker, heviger worden): 1 dat woord zal hem-; 2 zijn oude genegenheid wakkerde aan; de wind wakkerde aan.
J.H. van Dale (1898)
Aanwaggelen - (waggelde aan, is aangewaggeld), waggelend naderen, (van ganzen en zwaarlijvige personen gezegd).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: