Wat is de betekenis van aanvoegend?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanvoegend

aanvoegend - Bijvoeglijk naamwoord 1. een wens of veronderstelling uitdrukkend aanvoegend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanaanvoegen

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanvoegend

bn., (taalk.) de aanvoegende wijs, een der wijzen van het werkwoord (vertaling van conjunctivus); b.v. „het ga u goed”; — al de onderling verschillende vormen die het werkwoord naar gelang van de onderscheidene tijden en personen in die wijs aanneemt.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aanvoegend

aanvoegend - (het accent wisselt), bn. (taalkunde) de aanvoegende wijs (Lat.: conjunctivus), één van de vier wijzen, waarin een werkwoord kan staan. Een werkwoordsvorm in de aanvoegende wijs kan verschillende nuances uitdrukken: 1. een wens, b .v. het ga u goed; lang leve de koningin; God zegene de greep; God zij met u, enz.; 2. een richtlijn, gebr...

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aanvoegend

Aanvoegend - bn., (taalk.) de aanvoegende wijs, eene der wijzen van het werkwoord, de vertaling van subjunctivus; al de onderling verschillende vormen die het werkwoord naar gelang van de onderscheidene tijden en personen in de aanvoegende wijs aanneemt.

2024-04-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)