Wat is de betekenis van aantreden?

aantreden - Werkwoord 1. ergatief (militair) in het gelid gaan staan ♢ De soldaten moesten aantreden bij de kroning van de koning. 2. ergatief beginnen te werken ♢ Na drie maanden geleden te zijn benoemd treed de nieuwe direkteur nu aan. ...

Aantreden zijn de afstanden tussen de randen aan de voorzijde van twee opvolgende treden of tussen twee opvolgende stootborden, horizontaal gemeten.

aantreden - onregelmatig werkwoord uitspraak: aan-tre-den 1. bij elkaar komen en in de houding gaan staan ♢ bij het bezoek van de directeur moesten we aantreden Onregelmatig werkwoord: aan-tre-den ik treed aan (.....

v., yn 'e rige gean, jin opstelle.

(trad aan, is en heeft aangetreden), 1. treden in de richting naar iem. of iets; voorttreden; — tredend naderen, aan komen lopen (ook fig.); 2. zich verzamelen, bijeenkomen op een aangewezen plaats en zich in het gelid stellen: de compagnie zal om 9 uur aantreden ; 3. de eerste pas doen bij het marcheren: de recruut zal met de lin...

trad -, h. en i. -getreden (met regelmatige tred bedaard aankomen; mil. op de aangewezen plaats in het gelid gaan staan): de manschappen gaan -.

('a:n) (trad aan, aangetreden) I.(heeft) de eerste pas doen : met de linkervoet -. II. (is) 1. treden naar: de vreemdeling trad op hem aan. 2. Mv. op een aangewezen plaats bijeenkomen en in ‘t gelid gaan staan : de kompagnie moet -.

Aantreden - van soldaten, zich verzamelen op een aangewezen plaats en zich opstellen op één of twee gelederen.

...