Wat is de betekenis van aansukkelen?

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aansukkelen

(sukkelde aan, is aangesukkeld), 1. sukkelend naderen, met onvaste of ongelijke schreden langzaam aankomen ; 2. voortsukkelen.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aansukkelen

sukkelde -, is -gesukkeld (1 sukkelend naderen; 2 sukkelend zien te vorderen): 1 de zieke kwam aan de arm van de verpleegster -; 2 en nu sukkelen we maar wat aan; zie sukkelen.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aansukkelen

('a:n) (sukkelde aan, aangesukkeld) 1. (heeft) sukkelend voortmaken : en nu sukkelen we maar aan. 2. (is) sukkelend naderen: kom je eindelijk-?

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aansukkelen

Aansukkelen - (sukkelde aan, is aangesukkeld), sukkelend naderen, met trage schreden langzaam aankomen, zoowel van luiaards als van zwakken gezegd.

Gerelateerde zoekopdrachten