Wat is de betekenis van aanspreekbaar?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanspreekbaar

aanspreekbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. toegankelijk, geneigd tot conversatie Hij is echt niet aanspreekbaar. 2. (informatica) in staat tot het ontvangen en doorgeven van digitale communicatie (gezegd van modems) De modems zijn niet meer direct aanspreekbaar...

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie supplement

Oosthoek (1972)

Aanspreekbaar

bn., 3. verantwoordelijk gesteld kunnende worden.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aanspreekbaar

aan'spreekbaar, bn. en bw., 1. eenvoudig; 2. toegankelijk (voor een gesprek, een mening enz.).

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)