Wat is de betekenis van aanrommelen?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

aanrommelen

1. (1969) (inf.) iets op rommelige wijze, zonder plan uitvoeren. • Nog steeds is er een aantal vissers dat maar zo'n beetje aanrommelt met het aanzetten van haken aan een lijn. (Jan B. de Winter, Fred R. Thorncroft: Karpervissen. 1969) • Wanneer we dat proces nu beginnen te doorzien, wat er gebeurt in een opvoedingssituatie, het fei...

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanrommelen

aanrommelen - Werkwoord 1. (inerg) planloos te werk gaan In het begin rommelde de band maar wat aan. Woordherkomst samenstelling van aan(voorzetsel) en rommelen(werkwoord) Synoniemen aanmodderen aanrotzooien

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aanrommelen

aan'rommelen (rommelde aan, heeft aangerommeld), chaotisch en ondoelmatig te werk gaan, maar wat doen.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)