aanrommelen
1. (1969) (inf.) iets op rommelige wijze, zonder plan uitvoeren. • Nog steeds is er een aantal vissers dat maar zo'n beetje aanrommelt met het aanzetten van haken aan een lijn. (Jan B. de Winter, Fred R. Thorncroft: Karpervissen. 1969) • Wanneer we dat proces nu beginnen te doorzien, wat er gebeurt in een opvoedingssituatie, het fei...