Wat is de betekenis van Aanplakken?

(1906) (in de uitdrukking 'er nog X jaar tegenaan plakken) (sold.) zich voor x jaar weer inschrijven bij het leger. • Aanplakken, ‘Er nog 4 jaren tegenaan plakken’ (Zich voor 4 jaren reëngageren. 1906. (J.J.M. van Dam: 'Jantje Kaas en zijn jongens,' Tijdschrift voor Indische Taal-, Land- en Volkenkunde, 1942-194...

aanplakken - Werkwoord 1. (ov) aan iets vastplakken ♢ Bij de vorming van het meervoud wordt er aan een Engels zelfstandig naamwoord meestal een -s aangeplakt. 2. (ov) met aanplakbiljetten meedelen Woordherkomst samenstelling van aan(voorzetsel) en plakken(werkwoord)

Aanplakken - er nog x jaren tegenaan plakken: zich voor x jaar weer inschrijven bij het leger.

v., oanplakke.

...

(plakte aan, heeft aangeplakt), 1. door middel van kleefstof vasthechten aan; — laten aanplakken, door aanplakbiljetten bekend laten maken; 2. (fig.) iem. iets aanplakken, te duur verkopen, aansmeren.

plakte -, h. -geplakt (vasthechten door middel van stijfsel enz. aan muren enz.): een verordening -; een affiche (doen of laten) -; verboden aan te -, affiches aan te brengen; iem. iets -, a) aansmeren, b) Z.-N. ook: niet betalen; -plakking, v.

v. stukken (b.v. acten van huwelijksaankondiging), die in rechten dienen wordt door de Ned. wet in sommige gevallen voorgeschreven. — Het recht van a. op openbare plaatsen kan door het gemeentebestuur, bij hetwelk het berust, aan particulieren worden verpacht ten behoeve van reclame.

aan'plakken (plakte aan, heeft aangeplakt), door middel van kleefstof vasthechten aan: laten —, door aanplakbiljetten bekend laten maken.