Wat is de betekenis van aanpikken?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

aanpikken

(1975) (wielr.) zich aansluiten bij de renners die een voorsprong hebben. • Eenmaal voorbij de top was Merckx inderdaad zo vriendelijk van even te temporiseren en daarvan maakte Maertens zeer dankbaar gebruik om weer aan te pikken. (Jan Cornand & André Blancke: Hoe Merckx de Tour verloor. 1975) • Jan Raas kon nog net...

2024-04-27
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Aanpikken

Aanpikken - zich aansluiten bij een andere renner of bij een groep renners. Ik zag hem komen, maar kon niet aanpikken... - Ron Couwenhoven, Wielerklassiekers (1990)

2024-04-27
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

aanpikken

(een haak) aan een handkar vastmaken om hem over de brug te trekken: Een bruggetrekker kwam ... van de brug aflopen en je hoorde hem de ijzeren haak aanpikken, SMIS1 201.

2024-04-27
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

aanpikken

aanpikken: wordt gezegd van een renner die aansluit bij of ‘aansluiting maakt’ met een groepje renners of een andere renner; hij pikt aan, hij zet zich in het wiel; zijn wagonnetje aanhaken.

2024-04-27
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

aanpikken

Zich aansluiten bij de renners die een voorsprong hebben. Eenmaal voorbij de top was Merckx inderdaad zo vriendelijk van even te temporiseren en daarvan maakte Maertens zeer dankbaar gebruik om weer aan te pikken. (Jan Cornand & André Blancke: Hoe Merckx de Tour verloor. 1975) Jan Raas kon nog net aanpikken bij een groepje van tien renners...

2024-04-27
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

aanpikken

(onov ww; pikte aan; h. aangepikt) - zich aansluiten, aanhaken bij een renner of groep renners die voor rijdt aanklampen.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanpikken

(pikte aan, heeft aangepikt), 1. beginnen te pikken in of aan ; 2. (een last) aan een trijs bevestigen of (mechanisch) aangrijpen.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aanpikken

aanpikken (pikte aan, heeft aangepikt), 1. beginnen te pikken in of aan; 2. (een last) aan de haak van een hijswerktuig bevestigen of (mechanisch) aangrijpen.

Gerelateerde zoekopdrachten