aanliggend
aanliggend - Bijvoeglijk naamwoord 1. ernaast liggend ♢ Het vliegveld en de aanliggende gebouwen. aanliggend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanaanliggen Synoniemen aangrenzend, aanpalend, belendend
Wiktionary (2019)
aanliggend - Bijvoeglijk naamwoord 1. ernaast liggend ♢ Het vliegveld en de aanliggende gebouwen. aanliggend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanaanliggen Synoniemen aangrenzend, aanpalend, belendend
Veerman (1954)
wordt in de beoordelingsleer gezegd van een schouder, welke een goede ligging en aansluiting aan de romp vertoont (z. Exterieur).
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., aangrenzend; aansluitend liggend; — (wisk.) aanliggende zijde (van een hoek), een been van die hoek zijnde ; — aanliggende hoek (bij een zijde), waarvan die zijde een been is [het accent wisselt].
Jozef Verschueren (1930)
bn. 1. aan de dis liggend, naar de wijze der Ouden. 2. er naast liggend : de -e landerijen; een -e zie: hoek, zie: zijde. Syn. zie: aangelegen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
aanliggend (het accent wisselt), bn., aangrenzend; aansluitend liggend; (wiskunde) aanliggende zijde (van een hoek), een been van die hoek zijnde; aanliggende hoek (bij een zijde), waarvan die zijde een been is.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: