Wat is de betekenis van aanlandig?

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanlandig

aanlandig - Bijvoeglijk naamwoord 1. landwaarts waaiend Woordherkomst afleiding van Naamwoord van handeling van aanlanden met het achtervoegsel -ig

2024-04-30
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

aanlandig

aanlandig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: aan-lan-dig 1. op de kust gericht ♢ het schip had te maken met aanlandige wind Bijvoeglijk naamwoord: aan-lan-dig de/het aanlandige ...

2024-04-30
Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Aanlandig

Aanlandig - ook oplandig, van het water naar het land waaiende wind. In tegenstelling met aflandig.

2024-04-30
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

aanlandig

landwaarts (wind).

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanlandig

bn., (zeeterm), op het land gericht: de wind is aanlandig, waait landwaarts.

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aanlandig

bn.: de wind is d. i. waait landwaarts; verg. aflandig.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aanlandig

('landəch) bn. en bw. landwaarts waaiend : de wind is -. Tgst. aflandig.

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aanlandig

aanlan'dig, bn., (zeeterm) op het land gericht: de wind is —, waait landwaarts.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)