Wat is de betekenis van aankweek?

2024-10-10
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aankweek

aankweek - Zelfstandignaamwoord 1. het kweken 2. het gekweekte aankweek - Werkwoord 1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankweken ♢... dat ik aankweek

2024-10-10
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

aankweek

teelt van jonge planten, vooral van houtige gewassen.

2024-10-10
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

aankweek

aangekweek; tot die volgroeide toestand lei (plante); met sorg ontwikkel (gewoontes).

2024-10-10
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Aankweek

beduidt i.h.a. de teelt van jonge planten, in het bijzonder de teelt van jonge houtige gewassen, die de oude opstand moeten gaan vervangen.

2024-10-10
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aankweek

m., het aankweken (van bomen, planten en dieren).

2024-10-10
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aankweek

m. (1 van planten, dieren: het kweken van, aanplanting; ook. wel: het aangekweekte; 2 fig. ontwikkeling): 1 grond, geschikt voor de — van rozen; 2 - van vaderlandsliefde; -kweken, kweekte -, h. -gekweekt (1 kwekend doen wassen; 2 met zorg ontwikkelen en doen toenemen): 1 bloemen,bomen -; 2 goede zeden -kweking, v. -en.

2024-10-10
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aankweek

('a:n.) m. 1. Eig. het aankweken: de van tulpen, van geestdrift. 2. Metn. het aangekweekte.

2024-10-10
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aankweek

Aankweek - m., aanbouw; (fig., dicht.) het aankweeken.