aankrijgen
aankrijgen - Werkwoord 1. absoluut aan het lichaam krijgen (kledingstuk) ♢ Hij kreeg die broek niet meer aan. 2. absoluut bereiken dat iets brandt ♢ Ondanks de regen kregen ze het vuur vrij snel aan. Woordherkomst same...
Wiktionary (2019)
aankrijgen - Werkwoord 1. absoluut aan het lichaam krijgen (kledingstuk) ♢ Hij kreeg die broek niet meer aan. 2. absoluut bereiken dat iets brandt ♢ Ondanks de regen kregen ze het vuur vrij snel aan. Woordherkomst same...
Van Dale Uitgevers (1950)
als in ik kan die jas, de kachel niet aan krijgen is geen samenst.; ook niet in de bet. op zijn rekening krijgen of ten verkoop ontvangen: verse oestersaan krijgen enz.
M. J. Koenen's (1937)
kreeg -, h. -gekregen (1 aan het lichaam krijgen, mogen dragen; 2 aan het lichaam, aan het branden kunnen krijgen): 1 vandaag krijgt Jan zijn nieuwe jas -. 2 ik kan die schoen, die kachel niet -.
J.H. van Dale (1898)
Aankrijgen - (kreeg aan, heeft aangekregen), (kleeren) aan het lichaam krijgen, mogen dragen; op zijne rekening krijgen, verliezen (vooral in het spel); ten verkoop ontvangen: versche oesters aankrijgen; er in slagen een kleedingstuk aan te trekken: met moeite aan het branden krijgen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: