Wat is de betekenis van Aanhouder?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanhouder

aanhouder - Zelfstandignaamwoord 1. (juridisch) iemand (bv. een politieagent) die aanhoudt, een aanhouding verricht 2. (persoon) iemand die vasthoudend is, niet snel opgeeft, een volhouder Woordherkomst afgeleid van aanhouden met het achtervoegsel -er Verwante begrippen [2] koppigheid, [2] volharding

2024-04-26
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

aanhouder

(de, -s) bijzit.

2024-04-26
Molenwoordenboek

B.D. Poppen (2000)

Aanhouder

In korenmolens, gewichtje ter regeling van de aanslag van de schoen.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Aanhouder

s., oanhâlder; (volhoûder) hurdâlder, hoekhâlder, ûthâlder; de wint, in hynder yn 'e stap hellet in hûrddraver wol yn, op 'e ein fan ’e fûke fangt men de fisk.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanhouder

m. (-s), 1. die aanhoudt; — (spr.) de aanhouder wint, wie volhardt of volhoudt, bereikt zijn doel; 2. (Zuidn.) boel, bijzit.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aanhouder

m. -s (volhouder): de - wint.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aanhouder

(’a:n) m. (-s) hij die aanhoudt, volhoudt: de wint.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aanhouder

aan'houder, m. (-s), 1. die aanhoudt; (spr.) de — wint, wie volhardt of volhoudt, bereikt zijn doel; 2. die bij het klinken nagels tegenhoudt.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)