aanheffen
...
Wiktionary (2019)
aanheffen - Werkwoord 1. beginnen. Woordherkomst samenstelling van aan(voorzetsel) en heffen(werkwoord)
M. J. Koenen's (1937)
hief h. -geheven (beginnen inz. van stemgeluid): de redenaar hief —; een lied, een geschreeuw -.
Jozef Verschueren (1930)
('a:n) (hief, hieven aan; heeft aangeheven) beginnen te spreken of te zingen : een gezang, lied, rede, klacht, geschreeuw -; de redenaar hief aan. zie: alarmkreet. Syn aanvaarden, aanvangen, beginnen, ondernemen. Tgst. zie: afdoen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
aan'heffen (hief aan, heeft aangeheven), beginnen, m.n. beginnen te uiten, te zeggen, te zingen enz.: een lied, een rede, een klacht, een geschreeuw —.
J.H. van Dale (1898)
Aanheffen - (hief aan, heeft aangeheven), beginnen inz. beginnen te spreken of te zingen. AAXHEFFING, v. (-en), AANHEFFER, m. (-s). AANHEFSTER, v. (-s).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: