Wat is de betekenis van aanhalerig?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanhalerig

aanhalerig - Bijvoeglijk naamwoord 1. te aanhalig Woordherkomst Afgeleid van de stam van aanhalen met het achtervoegsel -erig.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanhalerig

bn. (-er, -st), (gemeenz.) (te) zeer geneigd tot aanhalen.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aanhalerig

bn., bw. (zeer aanhalig).

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aanhalerig

(a:n'ha:lərəch) bn. (-er, -st) zeer aanhalig. aanhalerigheid v.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aanhalerig

aanha'lerig, bn. (-er, -st), (gemeenz.) (te) zeer geneigd tot aanhalen.