Wat is de betekenis van aangroeisel?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aangroeisel

o. (-s).

2025-07-16
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Aangroeisel

s.n.; (in sloten), sleatgroede.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aangroeisel

o. (-s) Scheepst. wat zich aan de scheepshuid vastgehecht heeft : het wegschrappen.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aangroeisel

aan'groeisel, o. (-s), wat aangegroeid is.

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten