Wat is de betekenis van aaneenschakeling?

2025-07-17
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

aaneenschakeling

aaneenschakeling - zelfstandig naamwoord uitspraak: aan-een-scha-ke-ling 1. rij van dingen die op elkaar volgen ♢ het was een aaneenschakeling van droge feiten Zelfstandig naamwoord: aan-een-scha-ke-ling de aaneensch...

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aaneenschakeling

v. (1 opeenvolging; 2 spraakk. de aaneenschakelende zinsverbinding): 1 een ~ van ongelukken, van volzinnen; 2 de - van zinnen.

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aaneenschakeling

(a:n'e:n) v. (-en) 1. Eig. het aaneenschakelen. 2, Metn. aaneengeschakelde zinsverbinding. 3. Metf. opeenvolging : een van rampen. Syn. koördinatie.

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aaneenschakeling

Aaneenschakeling - v. (-en), dat verhaal is eene aaneenschakeling van ongelukken, opeenvolging.

2025-07-17
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-17
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)