Wat is de betekenis van aanbouwsel?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanbouwsel

aanbouwsel - Zelfstandignaamwoord 1. (bouwkunde) het aangebouwde De garage naast hun huis is een vreemd aanbouwsel. Woordherkomst Naamwoord van handeling van aanbouwen met het achtervoegsel -sel

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aanbouwsel

o. (-s) het aangebouwde.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aanbouwsel

aan'bouwsel, o. (-s), het aan een bestaand gebouw toegevoegde gedeelte (veelal geringschattend).

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aanbouwsel

Aanbouwsel - o. (-s), het aan eene bestaande woning, schuur enz. gebouwde gedeelte, (meest geringschattend gebezigd). AANBOUWSTER, v. (-s).