Wat is de betekenis van aanboren?

aanboren - Werkwoord 1. (ov) met een boor bereiken ♢ Om de druk op de oliemarkt enigszins te verlichten boorde een het oliebedrijf een nieuwe oliebron aan. 2. (ov) een voorraad gaan gebruiken ♢ Nu ze vijf dagen ingesneeuwd zaten, moesten ze hun voorraad soep...

aanboren - regelmatig werkwoord uitspraak: aan-bo-ren 1. zorgen dat je erin of erbij kunt ♢ deze ondernemer heeft een nieuwe markt aangeboord 2. er door boren mee in aanraking komen ♢ de oliemaa...

(boorde aan, heeft aangeboord), 1. door boren raken, ontmoeten, komen op: een steenkoollaag, petroleum aanboren; — (fig.) nieuwe belastingbronnen aanboren, ontsluiten; 2. door boren een opening (beginnen te) maken in ; een nieuw vat aanboren, opsteken. AANBORING, v.

boorde h. -geboord (beginnen te boren [met een boormachine] en daardoor tot iets b.v. een bron, een laag mineralen komen): een petroleumbron -, een mijn -; ook: een vat -, opsteken.

('a:n) (boorde aan, heeft aangeboord) 1. bij het boren ontmoeten : een steenkoollaag- 2.er aan beginnen te boren : een petroleumbron -. 3. opsteken : een vat -.

Aanboren - bij grondboringen, het bereiken van een zekere laag of plaatselijke gesteldheid. Men zegt b.v., dat op een bepaald punt op zekere diepte een waterader werd aangeboord en dat bij Goes de tertiaire formatie op een diepte van 45 M. — A.P. werd aangeboord.

aan'boren (boorde aan, heeft aangeboord), 1. door boren raken, ontmoeten, komen op: een steenkoollaag, olie of gas (fig.) nieuwe belastingbronnen —, ontsluiten; 2. door boren een opening (beginnen te) maken in; een nieuw vat -, opsteken,

...

...