Wat is de betekenis van aanbelang?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanbelang

aanbelang - Zelfstandignaamwoord 1. (verouderd) belang, interesse aanbelang - Werkwoord 1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbelangen ♢... dat ik aanbelang Woordherkomst samenstelling aan en belang

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanbelang

o., alleen in van aanbelang, belangrijk, rijk aan gevolgen (sterker dan van belang): een omstandigheid van het grootste aanbelang.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aanbelang

o. (groot belang, rijk aan gevolgen, met van): een zaak van (groot) -.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aanbelang

('a:n) o groot gewicht : een zaak van -. Syn. belang.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aanbelang

Aanbelang - o. van aanbelang, belangrijk, rijk aan gevolgen; sterker dan van belang.

2024-04-29
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Aanbelang

Aanbelang, o. = BELANG; gewigt. *-EN, onp. w. gel. (wat aanbelangt, en in geen anderen vorm gebruikelijk), betreffen. *...BELLEN, ow. gel. (ik belde aan, heb aangebeld), aan eene bel of schel trekken. *...BERG, m. (-en), steile kaap, voorgebergte, heuvel. *...BESTEDEN, bw. gel. (ik besteedde aan, heb aanbesteed), de uitvoering van eenig werk of...