Wat is de betekenis van aalsteker?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aalsteker

aalsteker - Zelfstandignaamwoord 1. (visserij) een hark waarmee men probeert palingen te vangen, een elger, een aalspeer Woordherkomst Samenstellende afleiding van aal en steken met het achtervoegsel -er

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Aalsteker

s., iel(e)stekker, -tûke, snoekestekker

2024-04-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Aalsteker

zie Aalgeer.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aalsteker

('a:l) m. (-s) 1. Eig. hij die aal steekt. 2. Metn. toestel om aal mee te steken,aalschaar.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aalsteker

Aalsteker - m. (-s), die aal steekt; aalschaar.