Wat is de betekenis van Mexicaan?

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Mexicaan

1) (1885) (meestal meerv.) (beurs) waardepapier uit Mexico, met een slechte reputatie • Mexicanen sluiten ongeveer op de vorige koersen. (de Groene Amsterdammer, 24/05/1885) • Nog grooter sprong voorwaarts maakten de Mexicanen. De 3 pcts gingen van 25'/s tot 28'™ en de 5 pGts van 37 Vs tot 38Vs vooruit. (de Groene Amsterdammer, 0...

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Mexicaan

Mexicaan - Zelfstandignaamwoord 1. (demoniem) een inwoner van Mexico, of iemand afkomstig uit Mexico Woordherkomst afgeleid van Mexico met het achtervoegsel -aan

2024-04-28
Jargon & Slang van Beursspeculanten

Marc De Coster (2017)

Mexicaan

Mexicaan - aandeel in de Mexicaanse spoorwegen; persoon die handelt in onsolide papieren. Economie en handel zijn niet florissant in Mexico, vandaar deze pejoratieve benaming.

2024-04-28
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Mexicaan

1) (Bargoens) jood, meestal één met een onaangenaam karakter (waardoor hij aanstoot geeft). Door Joden onder elkaar gebruikt voor andere Joden, vaak spottend. Misschien een verbastering van l’s Mag sie keiner’ (oorspronkelijk gezegd over Joodse emigranten uit Duitsland).Mexicaner, ’s meg sie kaner (keiner), niemand m...

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Mexicaan

m. (...canen), 1. bewoner van Mexico; 2. (handel) aandeel in de Mexicaanse spoorwegen: diverse noodlijdende Mexicanen worden inclusief onbetaalde coupons en scrips verhandeld.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Mexicaan

(meksi'ka:n) m. (...canen) inboorling, man afkomstig van Mexico.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Mexicaan

m. (-canen), bewoner van Mexico.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)