Wat is de betekenis van Bijbelboek?

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bijbelboek

o. (-en), 1. elk der boeken v. d. bijbel; 2. de bijbel.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bijbelboek

o. bijbelboeken (een enkel boek van de bijbel; bijbel).

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)