Wat is de betekenis van ACV?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ACV

ACV - Zelfstandignaamwoord 1. (afkorting) Algemeen Christelijk Vakverbond (België)

2024-04-29
Lexicon Energiemarkt

Jean-Paul Pinon (2003)

Acv

Algemeen Christelijk Vakverbond van België (in het Frans: CSC).; samenstellende organisatie van het CCEG; heeft vertegenwoordigers in de algemene raad van de CREG; is een van de controlerende organisaties van het CCEG. Website: http://www.acv-csc.be/ .

2024-04-29
Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

acv

acv, → Algemeen Christelijk Vakverbond

2024-04-29
Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

ACV

→Algemeen Christelijk Vakverbond.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie supplement

Oosthoek (1972)

Acv

afk. van: → Algemeen Christelijk Vakverbond.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ACV

ACV - Zie Algemeen Christelijk Vakverbond.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)