Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

Gepubliceerd op 28-07-2017

paard

betekenis & definitie

(het; -en) TU - turntoestel dat uit een (met leer beklede) romp bestaat, ondersteund door vier poten; het paard wordt als springtoestel gebruikt en bij het herenturnen, voorzien van handgrepen (beugels), voor het voltigeren (voltigepaard); het ‘klassieke’ paard is vergelijkbaar met de bok, maar langwerpiger van vorm; over dit paard (in 2001 vervangen door pegases) sprongen de mannen meestal 'in de lengte’, ook wel genoemd ‘over het lengtepaard’ (over de lengtekant van het paard, de paardlengte) en door vrouwen ‘in de breedte’, ook wel genoemd ‘over het breedtepaard’ (over de breedtekant van het paard, de paardbreedte).