Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

Gepubliceerd op 27-07-2017

elementgroep

betekenis & definitie

(de; -en) TU - verzameling (oefenings)elementen die aan een turn- toestel kunnen worden uitgevoerd; elk toestel kent vier elementgroepen, en een groep met afsprongen (behalve vloer), voor vloer bv.: 1 niet-acrobatische elementen; 2 acrobatische elementen voorwaarts; 3 acrobatische elementen achterwaarts; 4 acrobatische elementen zijwaarts, sprongen rugwaarts met l/2 draai tot salto’s voorover en sprongen voorwaarts met 1/2 draai tot salto’s achterwaarts; een trn(st)er moet ter variatie van zijn (wedstrijd)oefening minimaal één element van elk van de vier groepen opnemen, syn. structuurgroep.

• Het vervullen van elke elementgroep (binnen de 10 tellende elementen voor een wedstrijdoefening) wordt beloond met 0,50 punten door de A-jury. (KNGUW)