Het was in september 1935 dat men in Artis voor de luttele som van zes gulden een rolstaartbeertje of kinkajoe kocht – ondanks de lage prijs eigenlijk een miskoop. Want de Zuidamerikaanse kinkajoe is een echt nachtdier, dat overdag helemaal opgerold tot een bruine harige bal ligt te slapen en pas bij schemering actief wordt.
Voor de bezoekers was het dier in die tijd door het ontbreken van een nachtdierenverblijf weinig interessant en daarom verhuisde het naar een tamelijk donkere kooi ergens achter de coulissen van Artis. De kinkajoe werd weldra het vriendje van alle Artis-mensen. Kwam men in de buurt van het gaas, dan kwam hij haastig aanlopen om zich, luid knorrend, lekker te laten aanhalen. Niet te kort, want dan protesteerde hij boos, maar het hoefde ook niet erg lang; zodra hij het genoeg vond, wandelde hij naar zijn hoekje terug, rolde zich op en sliep. Bijna 24 jaar – een record – heeft de kinkajoe zo geleefd, gezond en met goede eetlust. De kinkajoe, die in dezelfde groep roofdieren thuishoort als wasberen en panda’s, is een grappig bruin, beerachtig dier met een rond kopje, grote ogen, ronde oren, korte pootjes en een lange, echte grijpstaart. Samen met de aan de civetkatten verwante binturong uit Zuidoost-Azië is hij het enige roofdier dat over zo’n grijporgaan beschikt. Hij leeft hoofdzakelijk in de bomen, zo zelfs dat hij lange tijd in éénzelfde boom schijnt te huizen, waar hij alles vindt dat voor zijn dagelijkse behoeften nodig is: fruit, insekten en andere kleine dieren. En honing die hij met de opmerkelijk lange tong uit bloesem of bijennesten peurt.
■ Totale lengte 80-115 cm; staart 40-55 cm; gew. 1.5-2.5 kg.
Rugzijde bruin tot donkerbruin, variërend tot bruingeel, vaak zwarte lengtestreep; buik geelbruin.
Voedsel: Allerlei vruchten en honing, zowel uit bloemen als bijennesten. Tevens insekten, kleine vogels, eieren e.d.
Eén jong, zelden 2. Draagtijd 117-118 d; ogen na ong. 2 weken open. Kunnen pas na 8-10 weken goed lopen; klimmen gaat sneller. Kunnen na 10-12 weken geheel aan staart hangen.
Wordt in Zuid-Amerika wel potto genoemd (zijn Latijnse naam luidt Potos), maar potto is halfaap uit Afrika en is dus zelfs geen familie. Wordt ook wel honingbeertje genoemd. Kan zeer mak worden.
Kinkajou • Wickelbär • Kinkajou
Potos flavus.